Na vier jaar als nomade, zwervend van plek naar plek, hebben we eindelijk een thuis. Een plek met een huurcontract voor onbepaalde tijd! De heilige graal in de woningmarkt.
Ik ben geland. Werkelijk geland!
En wat er dan gebeurt…
Het is alsof de deksel van de fles is gesprongen. De vulkaan is tot leven gekomen en de creativiteit klotst tegen de plinten op.
Waar ik altijd dacht dat ik al lekker aan het creëren was, ontdek ik nu pas dat dit nog maar een ingehouden versie was. Een die te behappen was in een wereld van tijdelijke contracten, wonen in andermans spullen, onder de radar op chaletparken als een tweederangsburger. Zoekend naar een plek met duizenden anderen.
De woningcrisis gaat over zoveel meer dan een dak boven je hoofd! Het gaat over je levensenergie, je vermogen om te creëren, over iets kunnen laten stromen.
Want die wilde, ongetemde energie heeft een bedding nodig. Een veilige haven om steeds weer naar terug te keren. Zodat de chaos niet meer kan overspoelen.
Nooit had ik gedacht dat dit zoveel invloed zou hebben. Maar elke keer die rem erop omdat er weer een verhuizing op de planning stond. Opnieuw opstarten op een nieuwe plek. Nooit die wortels in de aarde, nooit echt hechten aan een plek, klaar om weer verder te gaan. De onrust was een gegeven geworden; ik had niet meer door tot hoe diep dat ging.
Nu de grond weer veilig begint te voelen en ik de ontspanning in mijn lijf weer toelaat, kan zelfs de liefde beter stromen. Mijn lief, die gedijt bij zoveel mogelijk vrijheid, kan ik nu veel gemakkelijker de ruimte geven waarnaar hij zo verlangt.
Dus steek ik die teen elke dag een stukje dieper in de Friese grond.
Ik mag hier zijn, ik mag hier blijven.