Ik heb een heel mooi pantser, met veel aandacht opgebouwd en enorm krachtig. Onaantastbaar, niets meer voelen, niet meer geraakt worden. Veilig.
Maar dan
in een onbewaakt ogenblik
ben ik dat harnas even vergeten en word ik vol geraakt.
Geraakt door al dat ijzer dat om me heen staat te glinsteren. Verborgen achter al onze bescherming zie ik de mens die wil verbinden, die verlangt naar de liefde maar niet meer durft.
In de overleefstand is geen plek meer voor gevoel, voor empathie, voor de liefde, zelfs niet voor genezing. Want er moet immers overleefd worden. Controle behouden, super alert zijn, niet instorten. Niet nu, dat kaartenhuis moet blijven staan.
Of….
misschien moet ik die kaarten uit die onstabiele constructie bevrijden.
Mijn armen in de lucht gooien.
Diep ademhalen
De controle helemaal loslaten en het even keihard uitschreeuwen.
In volle overgave durven aanwezig te zijn met alles wat er is.
Het wel laten binnenkomen.
Het verdriet wel voelen.
De machteloosheid, de woede, de ontgoocheling en deceptie.
Zodat het allemaal weer mag stromen om daar in die beweging te voelen dat er ook iets anders is dan overleven. Dat ik altijd kan verbinden en dat dit zonder harnas opeens verbazingwekkend gemakkelijk gaat.
Uit de overleving en in die verbinding is zoveel meer mogelijk. Daar kan ik weer voelen ontdekken wat werkelijk nodig is, nieuwe oplossingen bedenken, er voor de ander zijn, mijn lichaam weer activeren en het leven daadwerkelijk leven.
Waarvoor wilde ik dat harnas ook alweer?
#inlovewithhumanity